Responsive image

Artikel 1

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 883/2004 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De volgende overweging wordt ingevoegd na overweging 17:

(17 bis)

„Zodra overeenkomstig titel II van deze verordening de wetgeving van een lidstaat op een persoon van toepassing wordt, moeten de voorwaarden inzake de aansluiting en het recht op uitkeringen worden bepaald door de wetgeving van de bevoegde lidstaat, met inachtneming van de communautaire wetgeving.”.

2)

De volgende overweging wordt ingevoegd na overweging 18:

(18 bis)

„Het beginsel van eenheid van het toepasselijke recht is zeer belangrijk en dient te worden versterkt. Dat mag echter niet inhouden dat het louter toekennen van een prestatie, in overeenstemming met deze verordening en met inbegrip van de uitbetaling van verzekeringsbijdragen aan of verzekeringsdekking ten voordele van de begunstigde, op zichzelf tot gevolg heeft dat de wetgeving van de lidstaat waar de instelling is gevestigd die deze prestatie heeft toegekend, de toepasselijke wetgeving voor de persoon in kwestie wordt.”.

3)

In artikel 1 wordt het volgende punt ingevoegd:

v bis)„

onder „verstrekkingen” wordt verstaan:

i)

in de zin van titel III, hoofdstuk 1 (prestaties bij ziekte en moederschaps- en daarmee gelijkgestelde vaderschapsuitkeringen): verstrekkingen waarin voorzien wordt door de wetgeving van een lidstaat en welke bedoeld zijn om de kosten van medische verzorging en de met deze verzorging verbonden producten en diensten te verstrekken, beschikbaar te stellen, rechtstreeks te betalen of terug te betalen. Daartoe behoren verstrekkingen bij langdurige zorg.

ii)

in de zin van titel III, hoofdstuk 2 (arbeidsongevallen en beroepsziekten): alle verstrekkingen in verband met arbeidsongevallen en beroepsziekten zoals die worden omschreven onder punt i) hierboven en waarin wordt voorzien uit hoofde van de regelingen van de lidstaten voor arbeidsongevallen en beroepsziekten.”.

4)

In artikel 3 wordt lid 5 vervangen door:

„5. Deze verordening is niet van toepassing op:

a)

sociale en medische bijstand of

b)

prestaties in verband waarmee een lidstaat de aansprakelijkheid voor aan personen toegebrachte schade op zich neemt en voorziet in schadeloosstelling, zoals voor slachtoffers van oorlogshandelingen en militair optreden of de gevolgen daarvan, slachtoffers van criminaliteit, moord of terreurdaden, slachtoffers van schade die hun door overheidsdienaren in functie werd toegebracht, of slachtoffers die om politieke of religieuze redenen of omwille van hun afstamming nadeel werd berokkend.”.

5)

In artikel 14 wordt lid 4 vervangen door:

„4. Indien op grond van de wetgeving van een lidstaat de toegang tot een vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering afhankelijk is van het wonen in die lidstaat of van eerdere al dan niet in loondienst verrichte werkzaamheden, is artikel 5, onder b), uitsluitend van toepassing op personen die op enig moment in het verleden onderworpen zijn geweest aan de wetgeving van die lidstaat omdat zij daar al dan niet in loondienst werkzaamheden hebben verricht.”.

6)

In artikel 15 wordt de term „hulpfunctionarissen” vervangen door „arbeidscontractanten”;

7)

In artikel 18 wordt lid 2 vervangen door:

„2. De gezinsleden van een grensarbeider hebben tijdens hun verblijf in de bevoegde lidstaat recht op verstrekkingen.

Wanneer de bevoegde lidstaat wordt vermeld in bijlage III, hebben de gezinsleden van een grensarbeider die in dezelfde lidstaat als de grensarbeider wonen, echter alleen recht op verstrekkingen in de bevoegde lidstaat onder de in artikel 19, lid 1, bepaalde voorwaarden.”.

8)

In artikel 28 wordt lid 1 vervangen door:

„1. Een grensarbeider die een ouderdoms- of invaliditeitspensioen ontvangt, blijft bij ziekte recht hebben op verstrekkingen in de lidstaat waar hij het laatst zijn werkzaamheden, al dan niet in loondienst, heeft verricht, voor zover zulks betrekking heeft op de voortzetting van een in die lidstaat gestarte behandeling. Onder „voortzetting van een behandeling” wordt verstaan dat een ziektegeval verder wordt onderzocht, gediagnosticeerd en behandeld voor de volledige duur ervan.

De eerste alinea is van overeenkomstige toepassing op de gezinsleden van de voormalige grensarbeider, tenzij de lidstaat waar de grensarbeider het laatst zijn werkzaamheden uitoefende, is opgenomen in bijlage III.”.

9)

In artikel 36 wordt lid 1 vervangen door:

„1. Onverminderd gunstiger bepalingen van lid 2 en lid 2 bis van dit artikel zijn artikel 17, artikel 18, lid 1, artikel 19, lid 1, en artikel 20, lid 1, tevens van toepassing op prestaties bij arbeidsongevallen en beroepsziekten.”.

10)

In artikel 36 wordt het volgende lid ingevoegd:

2 bis. „Het bevoegde orgaan kan de in artikel 20, lid 1, bedoelde toestemming niet weigeren aan een werknemer of zelfstandige die door een arbeidsongeval of een beroepsziekte getroffen is en die voor rekening van dit orgaan recht heeft op prestaties, wanneer de voor zijn gezondheidstoestand passende behandeling hem, gelet op zijn gezondheidstoestand van dat moment en het te verwachten ziekteverloop, niet binnen een medisch verantwoorde termijn kan worden gegeven op het grondgebied van de lidstaat waar hij woont.”.

11)

In artikel 51 wordt lid 3 vervangen door:

„3. Indien de wetgeving of een bijzondere regeling van een lidstaat het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op uitkeringen afhankelijk stelt van de voorwaarde dat de betrokkene verzekerd is op het tijdstip van het intreden van de verzekerde gebeurtenis, wordt deze voorwaarde geacht te zijn vervuld indien de betrokkene voorheen op grond van de wetgeving of de bijzondere regeling van deze lidstaat verzekerd is geweest en, op het tijdstip van het intreden van de verzekerde gebeurtenis, voor hetzelfde risico onder de wetgeving van een andere lidstaat verzekerd is of, bij gebreke daarvan, indien voor hetzelfde risico onder de wetgeving van een andere lidstaat een uitkering is verschuldigd. Laatstgenoemde voorwaarde wordt echter geacht te zijn vervuld in de in artikel 57 bedoelde gevallen.”.

12)

In artikel 52 wordt lid 4 vervangen door:

„4. Indien de berekening overeenkomstig lid 1, onder a), in één bepaalde lidstaat altijd als resultaat heeft dat het autonome pensioen gelijk is aan of hoger is dan de overeenkomstig lid 1, onder b), berekende pro rata uitkering, ziet het bevoegde orgaan van de pro rata berekening af op voorwaarde dat:

i)

een dergelijke situatie wordt vermeld in deel 1 van bijlage VIII;

ii)

geen wetgeving van toepassing is die voorziet in anticumulatievoorschriften zoals bedoeld in de artikelen 54 en 55, tenzij de voorwaarden van artikel 55, lid 2, vervuld zijn, en

iii)

artikel 57 niet van toepassing is in verband met tijdvakken die vervuld zijn onder de wetgeving van een andere lidstaat in de specifieke omstandigheden van het geval.”.

13)

Aan artikel 52 wordt het volgende lid toegevoegd:

„5. Niettegenstaande de leden 1, 2 en 3 wordt de pro rata berekening niet toegepast voor regelingen waarbij tijdvakken geen rol spelen bij de berekening van de uitkeringen, mits die regelingen in deel 2 van bijlage VIII vermeld worden. In die gevallen heeft de betrokkene recht op de uitkering die is berekend in overeenstemming met de wetgeving van de betrokken lidstaat.”.

14)

In artikel 56, lid 1, worden in punt c), vóór „overeenkomstig de procedures die voor de betrokken lidstaat in bijlage XI zijn vastgelegd” de woorden „waar nodig” ingevoegd.

15)

In artikel 56 wordt in lid 1 het volgende punt toegevoegd:

„d)

Indien punt c) niet van toepassing is omdat de wetgeving van een lidstaat bepaalt dat voor de berekening van de uitkeringen niet wordt uitgegaan van tijdvakken van verzekering of wonen maar van andere, niet-temporele elementen, houdt het bevoegde orgaan op grond van voor ieder onder de wetgeving van een andere lidstaat vervuld tijdvak van verzekering of wonen rekening met het geaccumuleerde kapitaal, het als geaccumuleerd beschouwde kapitaal of enig ander element dat nodig is voor de berekening op grond van de wetgeving die het toepast, gedeeld door de overeenkomstige tijdseenheden in de betrokken pensioenregeling.”.

16)

Aan artikel 57 wordt het volgende lid 4 toegevoegd:

„4. Dit artikel is niet van toepassing op de in deel 2 van bijlage VIII vermelde regelingen.”.

17)

In artikel 62, lid 3, wordt de term „grensarbeiders” vervangen door „werklozen”;

18)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 68bis

Betaling van de uitkeringen

Indien degene aan wie gezinsuitkeringen moeten worden verleend, deze niet voor het onderhoud van de gezinsleden besteedt, betaalt het bevoegde orgaan, op verzoek en door tussenkomst van het orgaan van de lidstaat waar zij wonen dan wel van het orgaan dat of de instelling die daartoe door de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij wonen, is aangewezen, die uitkeringen uit aan de natuurlijke persoon of de rechtspersoon te wiens laste de gezinsleden in feite komen, hetgeen volledige kwijting van het bevoegde orgaan inhoudt.”.

19)

Artikel 87 wordt gewijzigd als volgt:

a)

lid 8 wordt vervangen door:

„8. Indien een persoon op grond van deze verordening is onderworpen aan de wetgeving van een andere lidstaat dan die waaraan die persoon op grond van titel II van Verordening (EEG) nr. 1408/71 onderworpen is, blijft de betrokkene onderworpen aan deze wetgeving zolang de desbetreffende situatie voortduurt, maar in elk geval niet langer dan 10 jaar te rekenen vanaf de toepassingsdatum van deze verordening, tenzij hij een aanvraag indient om onderworpen te worden aan de wetgeving die op grond van deze verordening van toepassing is. Indien de aanvraag binnen een termijn van drie maanden vanaf de toepassingsdatum van deze verordening wordt ingediend bij het bevoegde orgaan van de lidstaat waarvan de wetgeving op grond van deze verordening van toepassing is, is deze wetgeving op betrokkene van toepassing vanaf de toepassingsdatum van deze verordening. Indien de aanvraag wordt ingediend nadat deze termijn verstreken is, is genoemde wetgeving op betrokkene van toepassing vanaf de eerste dag van de volgende maand.”;

b)

de volgende leden worden ingevoegd:

„10 bis. De vermeldingen in bijlage III betreffende Estland, Spanje, Italië, Litouwen, Hongarije en Nederland verliezen hun werking 4 jaar na de datum van toepassing van deze verordening.

10 ter. De in bijlage III opgenomen lijst wordt uiterlijk op 31 oktober 2014 geëvalueerd aan de hand van een verslag van de Administratieve Commissie. Dit verslag omvat een effectbeoordeling van het belang, de frequentie, de omvang en de kosten, zowel absoluut als relatief, van de toepassing van de bepalingen in bijlage III. Het verslag bevat ook de mogelijke gevolgen van een intrekking van deze bepalingen voor de lidstaten die na de in lid 10 bis bedoelde datum nog in deze bijlage blijven opgenomen. In het licht van dat verslag besluit de Commissie over de indiening van een voorstel om de lijst te herzien en deze in beginsel in te trekken, tenzij uit het verslag van de Administratieve Commissie dringende redenen blijken om dat niet te doen.”.

20)

De bijlagen worden in overeenstemming met de bijlage bij deze verordening gewijzigd.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.